Een mandarijn is een kruid?
Een paar uur nadat de blog ‘Kruid in de klas: mandarijn’ online stond, kreeg ik al de eerste opmerking en er volgden er snel meer met allemaal dezelfde strekking: jij maakt het helemaal mooi, sinds wanneer hoort een mandarijn bij de kruiden? Hierbij mijn uitleg.
Een herborist kijkt op een eigen manier naar kruiden, anders dan:
- een botanicus, die kijkt onder andere naar een indeling van planten op basis van de kenmerken. Dan wordt een plant tot de kruidachtigen gerekend als het een niet-verhout gewas is.
- een kok, die kijkt de mogelijkheden om de smaak en de geur en het uiterlijk van kruiden te gebruiken in gerechten en om er borden mee op te maken. Culinair wordt er vaak onderscheid gemaakt tussen kruiden (vers groen dat in ons klimaat kan groeien, zoals peterselie en bieslook), specerijen (gedroogde plantendelen uit warmere streken, zoals peper en vanille) en eetbare bloemen (als smakelijke en kleurrijke toevoeging in salades of ter versiering van opgemaakte borden, zoals viooltjes en madeliefjes).
- een natuurgeneeskundige, die kijkt naar kruiden vanuit de geneeskrachtige werking van de inhoudsstoffen. Zoals salicine in de bast van de wilg en vitamine C, calcium en kalium in mandarijntjes.
- een parfumeur, die kijkt naar de mogelijkheden om met geurige kruiden parfums samen te stellen.
- een bierbrouwer, likeurmaker of jeneverstoker, die kijken naar de mogelijkheden om met kruiden de smaak van dranken te verbeteren (denk aan hop in bier, kaneel, kruidnagel en gember in glühwein, jeneverbes in jenever en verschillende kruiden in een kruidenbitter.
Als herborist zijn kruiden voor mij: alle eenjarige planten, vaste planten, struiken en bomen die ik op een of andere manier nuttig kan gebruiken. Het kan gaan om
- de blaadjes van een plant, boom of struik (bijv. berkenblad, frambozenblad, basilicum)
- de bloesem (bijv. appelbloesem)
- de bloemen (bijv. kamille)
- de knoppen (bijv. den)
- de stamper (bijv. saffraan)
- de zaden (bijv. Roomse kervel)
- de bast (bijv. wilg)
- de wortel (bijv. echinacea)
- de hele plant (bijv. brandnetel)
- de vrucht/bes (bijv. vlier)
- de steeltjes (bijv. kersen)
- de pitten (bijv. kweepeer)
- de schil van de vrucht (bijv. citrusvruchten).
Die kruiden bevatten werkzame stoffen waar ik gebruik van kan maken: als onderdeel van cosmetica, als middel om kleine kwaaltjes te genezen of te voorkomen, als smaakstof, als essentiële voedingsstof, vanwege de geur, als kleurstof, als basis voor kleding of bindtouw, als natuurlijke insecticide en als meststof.
In die zin horen mandarijnen voor mij als herborist wel degelijk bij de kruiden.
Je kunt kruiden soms (bijna) onbewerkt toepassen. In gerechten gebruik je ze heel of fijngehakt en meestal voeg je ze pas op het laatste moment toe om zoveel mogelijk van de geur en smaak te behouden. Ook dan krijg je trouwens de positieve effecten van de werkzame stoffen mee. Denk maar eens aan de kummel of het bonenkruid in bonengerechten. Dat doe je voor de smaak, maar het maakt het gerecht ook lichter verteerbaar en het is in dat opzicht een goede toevoeging voor maag en darmen. Bieslook staat mooi als garnering, maar het bevat ook ijzer en zwavel, belangrijke mineralen waar we zeker in het voorjaar behoefte aan hebben.
In andere gevallen is er een bewerking nodig om een bruikbaar product te krijgen uit de kruiden: de plantendelen laten trekken in warm of koud water, olie, azijn of alcohol; koken om de werkzame stoffen vrij te krijgen; destilleren of persen.
Heel vroeger werd er hoofdzakelijk gekeken naar planten met een geneeskrachtige werking en waren tuinen ook altijd nutstuinen. Later is er ook aandacht gekomen voor kruiden als verfstof, als basis voor cosmetica, als culinair ingrediënt en ook als sierplant want veel kruiden misstaan niet in een siertuin. De culinaire kant staat momenteel het meest in de belangstelling, hoewel er gelukkig een nieuwe belangstelling is voor natuurlijke middelen en zeker voor kruiden en voeding om preventief aan een goede gezondheid te werken.
Foto: "Mandarin slice" by Martijn Nijenhuis